Het verzamelen van kleinrondstempels is een wereld op zich.

1. Kleinrondstempels werden verstrekt aan de postkantoren (PK).
2. De grotere steden kenden naast de (hoofd-)postkantoren ook bijkantoren, zoals Amsterdam, 's-Gravenhage en Rotterdam, maar ook Maastricht.
   1. De bijkantoren kregen eerst een stempel met de naam van de stad (Amsterdam) en daarnaast de lokatie van het bijkantoor, zoals Spiegelstr.
   2. Later kreeg een bijkantoor alleen een nummer, zoals Amsterdam 9. Het voorbeeld op NVPH 44 is AMSTERDAM 14.
3. De kleinere plaatsen kenden alleen een hulppostkantoor (HPK).

De verzender kon zijn brief ook op het station posten, of zelfs op de trein, tram of boot.

1. Dus naast de hulp-, bij- en postkantoren zijn er de stations- en trajectstempels. Sommige trajecten op het spoor bestaan nog steeds (LEEUWARDEN-MEPPEL), andere trajecten zijn opgeheven, zoals (HEERENV:-DRACHTEN). Dit stempel was een zogenaamd tram-stempel.
2. ENKHUIZEN-STAVOREN is een voorbeeld van een boot-stempel.

Er zijn de volgende typen (overzicht):

1.  
   1. Kleinrondstempel traject met Arabisch cijfer
   2. Kleinrondstempel traject met letter
   3. Kleinrondstempel traject met Romeins cijfer
   4. Kleinrondstempel traject met uurverdeling
      1. Alleen Rotterdam-Hellevoetsluis
   5. Kleinrondstempel traject met ster
      1. Alleen Vlissingen-Queensborough / Queensborough-Vlissingen
   6. Kleinrondstempel station postkantoor
   7. Kleinrondstempel station hulpkantoor
   8. Kleinrondstempel postkantoor zonder sterren
   9. Kleinrondstempel postkantoor met sterren
      1. Alleen Lobit
   10. Kleinrondstempel hulpkantoor
   11. Kleinrondstempel bijkantoor met naam
   12. Kleinrondstempel bijkantoor met cijfer
   13. Kleinrondstempel bijkantoor met R.P.S.B.
   14. Kleinrondstempel met E
   15. Alleen Amsterdam